In veel landen wordt Vaderdag gevierd op de derde zondag in juni, maar in Italië wordt het ‘festa del papà’ gevierd op de naamdag van de heilige Jozef: 19 maart. De Heilige Jozef was de echtgenoot van de Maagd Maria en de zogenaamde ‘voedstervader’ van Jezus. Tegenwoordig zouden we hem 'stiefvader' noemen. Hij woonde in Nazareth waar hij werkte als timmerman. Daarom wordt hij vaak afgebeeld als ambachtsman. Vaak heeft hij ook het kind Jezus op de arm of bij de hand. Jozef was een rechtschapen man en zorgde goed voor zijn vrouw en haar kind. Omdat hij zelf timmerman was, is Jozef in de eerste plaats de patroonheilige van timmerlui en houthakkers. Maar hij is ook de patroon van asielzoekers. Jozef moest immers met Maria en Jezus vluchten naar Egypte toen Herodes alle kinderen liet vermoorden in Bethlehem.
Vanwege zijn zorgzame rol van ‘voedstervader’ van Jezus is hij ook de patroonheilige van de jeugd en van de familie. In Italië is de heilige Jozef dan ook heel populair. Niet voor niets vind je er zo veel jongens en mannen die zijn naam dragen of een afgeleide daarvan, zoals Peppino, Pino of Beppe. De Italianen vieren de naamdag van San Giuseppe en daarmee ook Vaderdag uitgebreid. Overal zijn wel bepaalde lekkernijen verbonden aan 19 maart. Zo worden in Bologna de ravioli van San Giuseppe gegeten (zoete gebakjes gevuld met jam of amandelspijs), eet men op Sicilië de sfinci di San Giuseppe (gefrituurde gebakjes, bedekt met een crème van ricotta met stukjes chocolade en sukade) en in Abruzzo en andere zuidelijke regio’s van Italië worden de zeppole di San Giuseppe gegeten, een soort soesjes.