Berlioz in Italië
Toen de Franse componist Hector Berlioz (1803-1969) in 1830 de Prix de Rome won, verbleef hij aansluitend anderhalf jaar in Rome. Hij verveelde zich daar vreselijk, aangezien er volgens hem weinig te beleven viel op muziekgebied. “Instrumentele kunst is een gesloten boek voor de Romeinen”, schreef hij in zijn memoires (h.39). “Ze hebben geen idee van wat wij een symfonie noemen.”

Maar dan gaat hij verder:
“De enige muziek die me opviel in Rome is een vorm van populaire instrumentale muziek waarvan ik eerder geneigd ben te denken dat het een restant is uit de oudheid - ik heb het over de pifferari. Dat is de naam die ze geven aan rondtrekkende muzikanten die, als de kerst nadert, in groepjes van vier of vijf uit de bergen komen. Uitgerust met doedelzakken en pifferi (een soort hobo) komen ze devote concerten geven voor beelden van de Madonna. Ze dragen gewoonlijk brede jassen van bruine stof en dezelfde puntige hoeden die struikrovers dragen; hun uiterlijk heeft een soort wilde mystiek die vol originaliteit is. Ik heb uren naar hen gekeken in de straten van Rome, hun hoofden lichtjes gebogen over de schouder, hun ogen stralend van het meest intense geloof, hun blik gefixeerd met vrome liefde op de heilige Madonna, bijna even stil als het beeld dat ze aanbidden. De doedelzak, ondersteund door een grote piffero die de bas laat klinken, speelt een harmonie van twee of drie noten, waarboven een middellange piffero de melodie vertolkt. Daar bovenop laten twee kleine en zeer korte pifferi, gespeeld door kinderen van 12 tot 15 jaar, het trillers en cadansen regenen en baden zij de rustieke melodie in een waterval van exotische versieringen. Na feestelijke en vrolijke deuntjes die langdurig herhaald worden, brengt een langzaam en plechtig gebed, vol vaderlijke warmte, de ongekunstelde symfonie tot een waardig einde ... Van dichtbij gehoord is het geluid zo luid dat het bijna ondraaglijk is; maar van een zekere afstand gehoord heeft dit vreemde orkest een impact die weinigen onbewogen laat. Toen hoorde ik de pifferari in hun eigen gebied, en hoewel ik ze al opmerkelijk had gevonden in Rome, werd ik - eenmaal in de wilde Abruzzi-bergen, waar mijn dwalende fantasie me had gegrepen - er nog meer door geraakt.”
Pifferari en zampognari

Comments