Antonius Abt
Vandaag is het 17 januari, de feestdag van de heilige Antonius Abt, een heilige die met name in Midden-Italiƫ zeer geliefd is. Andere namen waaronder we hem kennen zijn Antonius de Grote, Antonius de Kluizenaar en Antonius met het varken.
Leven
Antonius werd geboren rond 251 in Egypte. Zijn (rijke) ouders stierven toen hij nog maar twintig jaar was. Hij gaf al zijn bezittingen weg en startte een leven als kluizenaar, in het oosten van Egypte. Volgens de legende werd hij daar talloze keren verleid door de duivel, vermomd als naakte vrouw of als monsterā¦ Het sobere leven moet hem evenwel goed hebben gedaan, want men zegt dat hij wel 105 jaar oud is geworden (zonder zelfs Ć©Ć©n tand te verliezen!). In al die jaren kreeg hij als eerste monnik vele volgelingen en daarom staat hij bekend als de vader van het kloosterleven.
Afbeelding
Antonius wordt meestal voorgesteld als kluizenaar met een lange baard, gekleed in donkerbruine (soms zwarte) voetlange tuniek met wijde mouwen of in een donker boetekleed met mantel. Vaak draagt hij een kap op het hoofd.
Als attributen heeft hij een abtsstaf (in de vorm van een Tau), een kruisbeeld, een rozenkrans, een boek met orderegel en een klokje aan de staf.
Dat klokje verwijst naar de bel die de antonieten (de orde van ziekenbroeders die naar hem vernoemd is) op hun tochten luidden wanneer ze aalmoezen verzam. Soms is het klokje bevestigd aan de hals van een varken naast hem. Het dier staat symbool voor het zondige en de verleiding, maar heeft ook te maken met het recht dat de antonieten verwierven om een bepaald aantal varkens vrij te laten rondlopen in de steden. (In de Middeleeuwen gebruikte men, zo las ik ergens, varkens om het stadsvuil op te ruimen; de dieren aten het eenvoudig op. En omdat straatvuil ratten aantrok en ratten weer de pest verspreidden, zag men varkens als beschermers tegen de pest. St-Antoniusvarkens kregen dan ook een belletje om hun nek.)
De Tau-vormige staf gaat terug op de abts- of bisschopsstaf, die in het Oosten gebruikelijk was. De vlammen aan zijn voeten verwijzen naar de bestrijding van het zogenaamde antoniusvuur, een armeluisziekte, die ook bekend staat als ergotisme of kriebelziekte.
Andere attributen zijn een doodshoofd en een kaars (beide zijn toespelingen op de āvanitasā: āijdelheidā, āvergankelijkheidā) of een raaf die hem brood brengt. Die raaf is toe te schrijven aan het feit dat Antonius vaak afgebeeld wordt in gezelschap van de heilige Paulus van Thebe de Woestijnvader, bij wie de raaf eigenlijk hoort: die kreeg namelijk volgens de legende als kluizenaar in de woestijn zestig jaar lang elke dag een half brood van een raaf.
Patroon
Antonius is beschermheilige van alle beroepen die met vee, en met name met varkens te maken hebben: hoeders, boeren, varkenshandelaren, slagers, vilders, leerlooiers en handschoenmakers, schilders (penselen worden gemaakt van varkenshaar).
Daarnaast is Antonius is beschermheilige tegen de pest en daarmee meteen ook van schutters en boogschutters. In de middeleeuwen meende men namelijk, net als in de oudheid, dat God (Apollo in de oudheid) de mens de ziekte gaf door pijlen met de ziekte op hem af te vuren. Natuurlijk is hij ook de patroon van de Antoniusbroeders en van de Antoniters.
Verder is hij de beschermheilige van de kluizenaars en van de activiteiten, die hij in de eenzaamheid verrichtte: hoveniers, borstelbinders, mandenmakers en -vlechters en wevers. Maar ook van doodgravers en grafdelvers (vanwege het feit, dat hij Sint Paulus de Woestijnvader begroef); van suiker- en banketbakkers (omdat in de winter rond zijn feestdag veel suikerhoudende spijzen werden gegeten als bescherming tegen de kou) en van de armen (omdat zij in de winter op zijn feestdag gratis varkensvlees kregen); van klokkenmakers; in Italiƫ van koetsiers; van pachters en van sloddervossen.
Hij is daarnaast ook patroon van varkenskudden en huisdieren. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor de bescherming van dieren, vooral varkens en hun stallen; tegen veeziekten, tegen besmettelijke ziekten, epilepsie, angst, antoniusvuur, gordelroos, hoofdpijn, huidziekten, jeuken, krabben, lupus, negenoog (karbonkel), netelroos, ontstekingen, pest, roos, scheurbuik, steenpuisten, necrose en wratten.
Devotie en tradities
De volksdevotie en toewijding aan de heilige, vooral in Midden-Italiƫ, wordt gekenmerkt door verschillende tradities.
Zo worden in menig dorp jaarlijkse de huisdieren en de producten van het land gezegend:
In veel dorpen wordt scenes uit legendes over het het leven van de heilige nagespeeld. Vaak trokken groepen zangers, 'Li Sandandonijre', van huis tot huis om teksten te zingen als een soort theatrale representatie van de perikelen en gebeurtenissen in het leven van de heilige en vroegen daarbij om giften. In met name de provincie Teramo is daar de traditie aan verbonden van de 'Uccelletti', de vogeltjes van Sint Antonius: gebakjes met vulling in de vorm van vogeltjes, die aan de muzikanten werden gegeven als beloning voor hun diensten.
Antonius was een aartsvijand van de duivel en in de verhalen over zijn leven komen dan ook woedende gevechten voor, waarbij de heilige meerdere keren is aangevallen en geslagen. Een populaire legende vertelt dat Antonius naar de hel ging om de ziel van een aantal doden met de duivel te bevechten. Zijn varken sloop naar binnen en veroorzaakte ravage onder de demonen. De heilige maakte van de gelegenheid gebruik om zijn stok aan te steken met het helse vuur dat hij vervolgens meenam (samen met het geredde varken) en daarmee een stapel hout aanstak. Op sommige plekken in Abruzzo kom je daarom - naast elementen als rode en zwarte duivels - op 17 januari, 'de Dag van de Vuren' ook enorme stapels brandend hout of brandende fakkels tegen, de zogenaamde 'Focaracci' ('li Fucaracc' of 'li Fucarun').
Op de foto's van links naar rechts
1e rij: feestprogramma's van Giulianova, Montorio al Vomano, Collelongo
2e rij: feestprogramma's van Pescosansonesco, Collecorvino, duivel uit het theaterstuk van Fontanelledi Atri,
3e rij: theatergroep die het leven van de heilige naspeelt in Caramanico Terme
4e rij: idem en Le Farchie van Fara Filiorum Petri