Edward Lear (1812 - 1888) was een Engelse kunstenaar, illustrator, musicus, auteur en dichter, die in in 1843 door Abruzzo reisde en zijn bevindingen in woord en beeld neerlegde in zijn boek 'Illustrated Excursions in Italy', dat in 1846 verscheen. Hier op ‘In Abruzzo’ verschijnt regelmatig een fragment daaruit.
Vandaag in deel 5: we naderen Avezzano.
Volgende keer het verblijf in Avezzano
Deel 5: Op weg naar Avezzano
Waarin Lear zich realiseert dat hij zich op historisch grond bevindt, de rust en authenticiteit ervaart van de (nog) niet door wegen ontsloten Marsica, Alba Fucens nog even links laat liggen (en bewaart voor een volgende reis) en Avezzano bereikt.
The road nearly as far as Scurcola was dull, but below that town the views are infinitely lovely. And every moment gave us increased pleasure, as we passed through scenes so long known to us by books only, and which we had so often desired to see. As the afternoon grew cooler, and our freshened horses galloped gaily over the turf, bordering the road to Avezzano, every step was over ground notorious for interest of antiquity, or of more modern history, and every change of the prospect had some new charm: the line of Monte Velino sweeping down the plain, and Magliano, Capelle, or other villages, glittering from a wide space of yellow corn. There was most ancient Alba on its twin hills; the prison of Siphax [1], Perseus [2], and other captives kings, in the days of Roman conquests: there the mountains beyond the Liris, and the high Serra di Sant’Antonio, and the dark forests of the Equi. There were the Campi Valentini, the golden plains, where Corradino and Charles of Anjou threw he deciding die for the Crown of Naples [3].
That little heap of gray ruin is al now remaining of the splendid Cistercian monastery, founded by the victor: and, at the highest point of the town of Scurcola, is the spire of the church, yet containing the image of the Madonna, found below the ruins of the convent.
(Foto: ruïnes van de Santa Maria di Vittoria, onderdeel van de Cisterciënzer abdij, door Karel I van Anjou gesticht na de overwinning bij Tagliacozzo)
An indescribable quiet, a feeling of distance from the busy world, pervades this sequestered district. No road connects the Marsica (or district where the ancient Marsi resided,) with either Rome or Naples. The old Via Valeria passed through it from Rome, and its vestiges are still visible near the Castle of Tagliacozzo; but now the only roads for carriages in the whole territory are from Tagliacozzo to Avezzano, Celano, and Magliano: and one from Capistrello to Sora, not yet completed. Shut up in its own circle of high mountains, the Marsica has no communication (beyond that afforded by mule-tracks) with any great city; and it possesses, besides the delight of its unfrequented tranquillity, more attractions among its inhabitants, its scenery, and antiquities, than any place is has been my fortune to visit.
Passing on through the village of Capelle, and leaving Alba on our left, to be visited in my second journey, we were soon in sight of Avezzano, standing in the low ground near the Lake of Fucino, which lay behind it, a narrow blue line, bounded by beautiful mountains, purple in the light of evening. The wish to explore its rocky sides and glittering towns was strong within us as we advanced towards Avezzano, hoping much for our morrow.
(Foto's v.l.n.r.: 1. Avezzano door Edward Lear zelf geschilderd; het kasteel van Avezzano, door Edward Lear zelf getekend; 3. het kasteel van Avezzano nu)
All was bustle of harvest; treading out of corn, and bearing away of sheaves on the common before the gate of Avezzano, whose fine castle, built by the Colonna in the fifteenth century, stands well at the entrance of the town, and is a good specimen of baronial residence. We askes for some inn or Locanda, but these are desiderata in Abruzzo; and unluckily we had to week our night’s quarters in a place to which we had not brought a letter of introduction. One house, a casa Corradini, was indicated as likely to receive us, and so we entered the town in search of it.
Voetnoten
[1] Syphax was een West-Numidische koning die t.t.v. de Tweede Punische Oorlog (218-201) aanvankelijk aan de zijde van Rome tegen Hannibal vocht, maar toen overstapte naar diens zijde. In 203 viel hij in de handen van de Romeinen en stierf hij in Tibur (het huidige Tivoli). Hij heeft een tijdje gevangen gezeten in Alba Fucens.
[2] Perseus, koning van Macedonië van 179 tot 168. Rome, dat voorgoed wilde afrekenen met Macedonië, bracht hem in 168 v.Chr. een beslissende nederlaag toe in de Slag bij Pydna. Perseus gaf zich over, marcheerde mee als overwonnene in een triomftocht te Rome en stierf twee jaar later in gevangenschap.
[3] Zie aflevering 4, voetnoot 1
Edward Lear
Edward Lear (1812 - 1888) was een Engelse kunstenaar, illustrator, musicus, auteur en dichter, die nu vooral bekend is om zijn literaire nonsens in poëzie en proza; met de publicatie van zijn boek ‘A book of Nonsense’ (1846) gaf hij met zijn limericks zelfs een impuls aan de ontwikkeling van dit genre.Zijn belangrijkste werkgebieden als kunstenaar waren drievoudig: als tekenaar tekende hij vogels en dieren en maakte hij tijdens zijn reizen gekleurde tekeningen, die hij later gebruikte voor zijn reisboeken. Als auteur is hij vooral bekend om zijn populaire nonsenscollecties van gedichten, liedjes, korte verhalen, botanische tekeningen, recepten en alfabetten. Daarnaast was hij componist en zette hij bijvoorbeeld de poëzie van Tennyson op muziek.
Lear reisde veel. In 1842 reisde hij af naar het Italiaanse schiereiland, waar hij door Lazio, Abruzzo, Molise, Puglia, Calabria en Sicilia trok. In persoonlijke notities, geïllustreerd met eigen tekeningen, verzamelde Lear zijn indrukken van de Italiaanse manier van leven, de tradities van het volk en de schoonheid van de natuur en de oude monumenten. Van bijzonder belang voor Lear was Abruzzo, dat hij in 1843 bezocht: hij reisde er door de Marsica (Celano, Avezzano, Alba Fucens, Trasacco) en het plateau van Cinque Miglia (Castel di Sangro en Alfedena), langs een oude tratturo van de transumanza, de massale seizoenstrek van de herders met hun schapen tussen Abruzzo en Puglia.
In 1846 verscheen zijn werk ‘Illustrated Excursions in Italy’, een beschrijving van zijn reis door Zuid-Italië. Hier op ‘In Abruzzo’ verschijnt regelmatig een fragment daaruit.