Het huwelijk is een serieuze aangelegenheid. Dat vinden ze in Scanno ook. Daar worden bruid en bruidegom dan ook maar liefst een jaar lang - van het kerstfeest vóór het huwelijk tot de kerst erna - op verschillende momenten met rituelen eraan herinnerd dat ze voortaan het leven in al zijn facetten met elkaar zullen delen. Meer daarover in een apart verhaal (klik hier). Deze blog gaat over een van de vele rituelen die bij het huwelijk in Scanno horen: de huwelijksstoet.
Op de huwelijksdag wordt de bruid met haar bruidegom door haar gasten begeleid van haar huis naar de kerk en daarna van de kerk naar het huis van de bruidegom. In oude tijden droegen de vrouwen de traditionele klederdracht die bij feestdagen hoort. En in Scanno zijn ze trots op hun klederdracht. Twee keer per jaar, in mei en augustus, spelen ze dan ook zo’n historische huwelijksstoet, ’Ju Catenacce’ (de keten in dialect) genaamd, na.
Scanno is een middeleeuws stadje, dat je het beste vanaf Sulmona kunt benaderen, omdat je dan door een bergkloof moet rijden waar het riviertje de Sagittario doorheen stroomt, de adembenemende Gole del Sagittario (in Michelinkaarten met een groene streep aangeduid: mooie route!). Het is zo’n bergstadje waar Italië patent op lijkt te hebben: alsof het tegen een berg aangeplakt is. Het wordt gekenmerkt door smalle steegjes met kinderkopjes, poortbogen, binnenplaatsjes, pleintjes met fonteintjes en prachtige uitzichten.
Op een of andere manier lijkt Scanno meer dan het gemiddelde middeleeuwse stadje in Italië fotografen en andere kunstenaars te hebben aangetrokken. Alsof het tot de canon van de beeldend kunstenaars behoort. Om slechts een paar voorbeelden te noemen: de Duitse Hilde Lotz-Bauer, de Fransman Henri Cartier-Bresson en de Italiaan Mario Giacomelli en ‘onze eigen’ Maurits Cornelis Escher hebben zich allen in Scanno laten inspireren voor hun werk.
De inwoners van Scanno zijn ook dáár trots op, getuige een plakkaat op een muur in het centrum dat hen eert.
Een tijdje geleden was ik in de gelegenheid de uitvoering van de huwelijksstoet, ‘Ju Catenacce’, mee te maken. Al een paar uur van tevoren liepen de deelnemende vrouwen al in klederdracht rond in het stadje, op de voet gevolgd (of voor de voeten gelopen) door tientallen fotografen, professioneel en amateurs. Soms leek het wel alsof ik in een natuurgebied liep met vogelaars, die met hun camera’s stilletjes met gebogen knieën spiedend door de weiden struinen, op zoek naar mooie vogels om op hun camera’s vast te leggen. Sommigen gingen nog verder en vroegen de meisjes in een bepaalde pose of in een bepaalde lichtinval te gaan staan. Een enkeling probeerde zelfs op die manier replica’s te maken van de foto’s van Cartier-Bresson (“Nee, dáár moet je gaan staan, zoals op die foto van Bresson!”). Genant? Ach, wat zal ik ervan zeggen. Er wordt toch eigenlijk in alle opzichten een toneelstukje opgevoerd en ik deed daar vrolijk en gretig aan mee!
Voor de huwelijksstoet uit lopen enkele musici, die het gezelschap met traditionele muziek begeleiden. Het bruidspaar loopt voorop, gevolgd door de huwelijksgasten, in paren en in volgorde van relatie tot het bruidspaar. De klederdracht van de vrouwen stamt uit de 18e eeuw en kent, zoals dat gaat bij traditionele klederdracht, veel symboliek. Zo bepaalt de vorm van het hoofddeksel alleen al of we te maken hebben met dagelijkse kledij (een hoofddoek) of feestdag (kanten muts) of een rouwperiode (zwarte doek over de muts). De rok, met dikke plooien, is gemaakt van lamswol. Alles is handwerk. Bovenop haar trui draagt de vrouw een vest met gouden knopen. De buste van de vrouw is zo gevormd, dat het er een beetje uitziet alsof zij drie borsten heeft, maar het is allemaal bedoeld om de juwelen beter tot hun recht te laten komen. Om die reden heet het vestje dan ook ‘il comodino’, het nachtkastje. Die juwelen zijn vaak al generaties in de familie.
Zie hieronder een fotoreportage van de huwelijksstoet. Klik op een foto om een diaserie met toelichting te starten.